What more could a traveler ask for?
Ik begon de dag bij het kasteel van Van. Of liever: ernaast. Een machtige ruïne bovenop een rots, met uitzicht over het meer. De lucht nog strakblauw, het meer blauw strak. Het bleef bij omhoog kijken, om 7 uur nog gesloten. Daarna de weg op. Route gewijzigd en mijn eerste kilometers terug. Richting Erzurum, dwars door bergen, dalen, leegtes. Kabbelende beekjes. Onderweg doorkruis je het land van de Koerden, Dus langs van alles wat je liever niet ziet. Militairen, wachttorens, roadblocks. Overal die kop van Erdogan. Maar ook velden met koren, af en toe zie je een herder met schapen en een kind dat zwaait. Ik zwaai terug. Na 350 kilometer was daar Erzurum. Een stad met geschiedenis, godshuizen en plots veel vrouwen met bedekte hoofden. Ik parkeerde in het centrum en liep naar de oude Ulu Camii, de Grote Moskee. Stil van buiten, koel van binnen. Vlak daarnaast de Çifte Minareli Medrese, met z’n sierlijke torens en imponerend binnenplein. Zelfs als je niks met religie hebt voel je hier dat er ooit iets groots aan de hand was. Leren, bidden, beetje leven en dan sterven, in die volgorde, waarschijnlijk. Verderop werd ik bijkans een huis ingetrokken, een soort particulier museum. Maar daarover later meer. Te vreemd, te mooi om met één of twee foto’s af te doen. Nog wat kilometers gemaakt. Toen sloeg het weer om. Een lucht zo zwart als pek, bliksem die hele bergwanden in een flits in het licht zette.. Regen als spijkers op het dak. De wegen werden glad, de regen een gordijn. Maar bij Erzincan stond de zon weer te schijnen. Veel hotelborden langs de weg maar in de stad niets. Uiteindelijk vond ik daar het Eriza Hotel. Ik had een kamer, en een uitzicht op niets. Soms is dat precies genoeg. Morgen weer verder. Maar vandaag had het alles: kastelen, veel minaretten, stormen en stilte. En Turkije is gezegend met natuur. Landschappen van Tibet naar de Ardennen, van Zwitserland naar de Amerikaanse Canyonlands. Allemaal in een paar uur. Wat wil een reiziger nog meer?