Kurdistan/Irak,a long cherished wish
The Turkish border demands papers, stamps, waiting, bribes, and more papers. Road tax. The bureaucracy is slow but friendly. Then the barrier lifts. And I drive on. To the border of Iraq and the Autonomous Region of Kurdistan. A border that once meant danger, but now stands more as a symbol of transition: from war to peace, to progress. After about ten minutes, it’s all behind me and I’m allowed into the country. And then comes a surprise: it’s the first day of Eid al-Adha. Everything, literally everything, is closed. I had hoped to take out an insurance policy since mine doesn’t cover Iraq, but there is no office. Here, nobody insures anything. Banks: closed. Shops: closed. Currency exchange? “No have, Sir.” SIM card? “Come back in four days.” In Duhok I take a wrong turn. Navigation isn’t working, but a hitchhiker yanks my door open and shouts, “You going to Arbil?” He doesn’t wait for my “yes” and plops down on top of my maps, my CDs, and my breakfast-leftover lunch. He’s a teacher, a Turkish Kurd, and speaks decent English. In the distance, the city rises. Modern, but with the outline of countless high-rises and an incredible number of gas stations. I’ve read that right in the center of the city there’s still an old Citadel standing. It’s even a UNESCO World Heritage Site. Surrounding it is the bazaar (closed, of course) and a lot of painfully ugly neighborhoods. This is a city where civilization has been going for some 6,000 years, but where you’ll also find trendy coffee bars and shopping malls. Handshakes are fine, unless someone places a hand on their heart. Then you do the same. I’ll see it all. Along the way, I pass large families packed into not-so-large cars, with a sacrificial goat crammed in the back. On and around Erbil’s main square are many images of the late Peshmerga leader Mustafa Barzani. He was the great Kurdish rebel leader, still honored with much affection. Just before I enter the city, one last roadblock. I’m ordered to stop. The man with the automatic rifle smiles. “All good, sir?” My first roadblock, and immediately, perfect Dutch. “Welcome, we Kurds love the Netherlands.”
Kurdistan/Irak,a long cherished wish
Naar de grens van Irak. De Turkse grens eist papieren, stempels, wachttijd, baksjees en nog meer papieren. Wegenbelasting. De bureaucratie is traag, maar vriendelijk. Dan zwaait de slagboom open. En ik rijd door. Naar de grens van Irak en het Autonome gebied Kurdistan. Een grens die ooit gevaar betekende, maar nu meer symbool staat voor overgang: van oorlog naar vrede, naar vooruitgang. Na ongeveer 10 minuten heb ik alles achter de rug en mag het land in. Dan wacht een verrassing. Het is de eerste dag van het Offerfeest. Alles, maar dan ook alles is gesloten. Wilde nog een verzekering afsluiten omdat mijn verzekering Irak niet dekt maar is geen kantoor. Hier verzekerd niemand zich. Banken: dicht. Winkels: dicht. Geld wisselen. No have, Sir. Sim kaart? Over vier dagen weer. In Duhok rijd ik verkeerd, navigatie werkt niet maar de lifter trekt mijn deur open en roept alvast “You going to Arbil?” Hij wacht mijn “yes” niet af en zit bovenop mijn landkaarten, mijn cd’s en mijn meegenomen lunch van het ontbijt. Hij is leraar, een Turkse Koerd en spreekt redelijk Engels. In de verte doemt de stad op. Modern, maar met de contouren van veel hoogbouw en enorm veel tankstations. Heb gelezen dat exact in het midden van de stad er nog een oude Citadel overeind staat. Het is wel UNESCO Werelderfgoed. Daar rond omheen de Bazaar (gesloten dus) en veel spuuglelijke wijken. Een stad waar de beschaving al zo’n 6.000 jaar bezig is, maar waar je ook gewoon moderne koffiebars en winkelcentra vindt. Handdrukken zijn oké, tenzij iemand z’n hand op z’n hart legt. Dan doe je hetzelfde. Ik ga het allemaal zien. Onderweg veel grote gezinnen in een niet zo grote auto met achterin ook nog de te offeren geit. Op en rond het grote plein van Erbil veel afbeeldingen van de overleden leider van de Peshmarga Mustafa Barzani. Hij was de grote rebellen leider van de Koerden en wordt met veel liefde geëerd. Voordat ik de stad bereikte nog een roadblock. Ik moest stoppen, de man met het automatische wapen lachte. “Alles goed mijnheer?” Mijn eerste roadblock en direct perfect Nederlands. “Welkom, wij Koerden houden van Nederland”.