Padaung of Charry Kon

Padaung of Charry Kon

Longnecks, Ringvrouwen, Padaung, Kayan, Kakaung, Karen, Kayan Lae Kur, Long-Neck Karen, Padong allemaal namen die de meest bekende etnische minderheid van Myanmar heeft. Voor veel toeristen komen ze uit Thailand of ook China omdat ze daar al jaren tentoongesteld worden. Maar ze komen echt hier vandaan uit Kayah State. Ze fungeren op dit moment als een magneet voor het toerisme in deze kleinste en heel lang verboden staat van dit land. Tot twee jaar geleden was het niet mogelijk om naar dit stuk van Myanmar te reizen. In 2012 heb ik het zelf nog geprobeerd maar werd door de militairen voorbij Kakkhu tegengehouden. De vrouwen die nog aan de traditie van de ringen vasthouden wonen verspreid over een vrij groot gebied maar naar PanPet worden alle toeristen gebracht om dit wonder te aanschouwen. Men spreekt al over een echte toeristenkermis. Nu valt dat wel mee met zo’n 15 groepen die per week in het seizoen op bezoek komen. Maar er is een heuse toegangspoort gemaakt waar je zo’n vier dollar moet betalen en daar staan ook een aantal souvenirtentjes die door de vrouwen gerund worden. Niet echt aantrekkelijk voor de avontuurlijke reiziger. Daar hebben de alternatieve gidsen van Loikaw iets op gevonden en die brengen je dus naar wat verder gelegen dorpen die nog nauwelijks door het toerisme zijn aangeraakt. Je moet er een stuk voor lopen maar dan heb je ook wat. Ik ben alleen bang dat dat over een jaar of misschien twee jaar ook even platgelopen wordt als PanPet.


De Padaung vrouwen staan nogal in de belangstelling  vanwege de vermeende praktijk van " nek uitrekken " onder hun vrouwen. Jonge meisjes beginnen te ringen om hun nek op jonge leeftijd toe te voegen - misschien vijf of zes . De hals wordt voorzichtig gemasseerd door een priester en een eerste ring wordt toegevoegd en daaronder een kussentje zodat het niet schuurt.Die kussens worden na een tijdje verwijderd en daarna om de twee jaar een extra ring . De mythe is dat dit een uitrekking van de hals tot gevolg heeft van wel dertig centimeter. Dat is absoluut niet waar. Wat er wel gebeurt is dat door het gewicht van de ringen het sleutelbeen steeds verder naar beneden wordt geduwd . De materialen waar de ringen van gemaakt zijn geeft de status van de vrouw in de samenleving aan. Deze traditie zal vrijwel zeker verdwijnen in de komende decennia , omdat meer en meer Padaung vrouwen weigeren om hun dochters de ringen te laten dragen. Echter door het aantrekkende toerisme zou dat wel eens omgekeerd kunnen worden. Al zijn nu de ringen van de jonge meisjes van veel lichter metaal en kunnen ze worden afgedaan. De Padaung kleding is ook zeer fel gekleurd en de hoofdtooien van paars en groen voegen een zekere schoonheid en een contrast met de ringen om de nek van een vrouw toe. Kortom visueel prachtig maar een wrede gewoonte.


Er zijn verschillende theorieën rond de oorsprong van de gewoonte. Sommigen zeggen dat het was om de vrouwen te beschermen tegen aanvallen tijger in de jungle , omdat tijgers meestal mensen aanvallen door in hun keel te bijten. Anderen beweren dat de Padaung afstammen van zwanen, zodat de langwerpige nekken een poging zijn om op hun voorouders te lijken. ' Een ander verhaal is dat de Padaung stam oorspronkelijk Lae Khoe heette en regeerde over de hele Birmese bevolking. Later werd er gevochten tegen de Lae Khoe en werden ze van hun land verdreven. Tijdens deze oorlog ontsnapte een jonge Lae Khoe prinses. Ze wikkelde de heilige goudkleurige Padaung sieraden van de stam om haar nek en verklaarde dat als de Lae Khoe hun land terug zouden krijgen als de gouden sieraden bewaard bleven. Sindsdien staan de Lha Khoe bekend als de Padaung. Het verhaal van de tijgers kom je het vaakst tegen maar zekerheid omtrent het ontstaan van het gebruik is er niet. De religieuze overtuiging van de Padaung is een merkwaardige mix. De meerderheid van de Padaung zijn boeddhisten, maar hun religie wordt breed uitgebreid met animistische overtuigingen en praktijken. Een klein aantal is katholiek zoals veel inwoners van deze staat.


Mijn bezoek aan de dorpen was fascinerend, indrukwekkend en onwerkelijk. Onwerkelijk omdat ik best een tijd nodig had voordat ik deze ontzettend aardige mensen niet meer als toeristenattractie kon zien. Ze zijn zo gastvrij, zo lief en ook vooral vrolijk dat je smelt voor hun warmte. Maar het meest aangrijpende was mijn bezoek aan een oude dame van 91 jaar die daar in haar piepkleine hutje op de dood zat te wachten. Ze vertelde dat ze zo moe was, zo moe maar dat haar God haar nog steeds niet wilde. Ik ben er al lang klaar voor maar hij vindt dat ik nog iets moet hier. Maar ik kan mijn hut niet meer uit en ben zo moe. Haar handen voelden echt als perkament aan.
We bezochten erg veel huizen en overal stond werkelijk de deur wijd open. Iedereen nam de tijd en onze cadeautjes (zakjes kant-en-klare noodles) werden dankbaar aanvaard. Langzaam liepen we van deze dorpen verder naar PamPet en ja, daar was het anders, gladder, meer gepolijst. De vrouwen waren opgemaakt en een aantal mooi, bloedmooi. Overal ook miniwinkeltjes in de hutten maar vreemd genoeg werd er niet echt druk uitgeoefend om iets te kopen. Het aardigst was de familie waar de moeder een drieling had, drie meisjes van tien, die ook al ringen hadden. Weliswaar een beetje fake zo te zien maar een van de drie was duidelijk niet blij met haar ringen. Er kwam ook nog een vrouw voorbij met een, zo te zien, bijna massieve houten gitaar. Ze riep naar mij vanaf haar bromfiets dat ze wel een liedje wilde spelen in ruil voor een biertje! Dat had ik er wel voor over. Het werd heel gezellig daar op dat terrasje.


Op weg terug naar Loikaw bracht onze gids mij ook nog naar wat vrouwen die tussen de normale bevolking woonden en hem gevraagd hadden waarom er nooit een toerist naar hen kwam kijken. Ze waren er onwennig onder en gingen ook maar muziek maken, het was een teer en verlegen sfeertje daar in dat huis waar de hele buurt uitgelopen was om naar de toerist te komen kijken.