Htay Ko and the Bishop

Htay Ko and the Bishop

Een nieuw avontuur maar weer vandaag. Het wordt een lange tocht door de bergen naar Htay Kho. Diep rebellen land in. Hier zijn zij de baas, je moet ook betalen om voorbij hun controleposten te mogen. Alleen vandaag mag ik gratis er door. Ben eregast op het vijfentwintig jarig priesterfeest van Father Angelo. Wist ik ook niet maar mijn chauffeur zei dat blijkbaar tegen de militairen en de slagboom van de Red Kayan Liberation Army zwaaide open. Het landschap is groen en wild. Machtige bossen eens maar ook hier heeft de Chinese houtmaffia de mooiste exemplaren weggekapt. Er is hier zelfs een woud waar nog Bisons leven, het enige stuk oerbos of jungle, hoe je het wilt noemen wat nog overeind staat. Dankzij de bisschop want die heeft het in bezit, zoals zoveel hier. Een machtig man, de machtigste man van de staat begreep ik. Ik wist nog niet dat ik hem straks ging ontmoeten. We bezochten onderweg ook nog een grote thee, koffie en sinaasappel plantage die ook bezit van de bisschop was. Die was echter totaal verlaten of de mensen waren ver weg aan het werk. Langs de route wordt elektriciteit aangelegd. De palen en de kabels worden geïnstalleerd en volgend jaar zullen ook deze afgelegen dorpen over stroom beschikken. Onderweg, zoals overal in Kayan State, zie je veel Katholieke kerkjes met steevast daarbij een Lourdes grot. Wat ze daarmee hier aanmoeten weet ik ook niet maar misschien trachten ze zo de animistische trekjes van de mensen te bevredigen om het verhaal van een meisje met iets teveel fantasie uit Lourdes uit te beelden. Of was die Bernadette eerder een pathologische leugenaarster. Ik neig naar het laatste. Ach, financieel is Lourdes er niet slechter van geworden maar of ze er hier iets mee opschieten daar twijfel ik sterk aan.


Ik ben dus gast van Father Angelo Dimeo maar bij aankomst werd ik eerst voorgesteld aan Father Bormeo. Het werd een lang en mooi gesprek over de mensen die hier wonen, hun gebruiken en ontwikkeling. Bormeo is nu vijftig en wilde als jonge man graag priester worden in dit dorp omdat hij zag dat hij daarmee veel kon betekenen. Maar het leven liep anders, hij studeerde en studeerde, werd leraar in Yangon, studeerde in Rome, werd filosoof, is nu professor in de Filosofie, gaf theologie in de Verenigde Staten en nu eindelijk na al die jaren is hij hier teruggekeerd om alsnog zijn roeping te volgen. De parochie hier bestaat ook nog eens honderd jaar en daarom hebben ze de eer dat de bisschop ook komt. De hele streek is uitgelopen en er worden vele duizenden mensen verwacht. Ik vroeg hem wat hij vond van al die animistische symbolen die de mensen rond hun huis hebben opgehangen en ook dragen. Hij moest lachen en zei dat ze dan wel christen zijn maar dat een heel groot deel van hun geloof nog bepaald wordt door geesten, de natuur en voorouders. De Italiaanse missionarissen die hier zo’n 150 jaar geleden naar toe trokken hebben het handig aangepakt en alles een beetje in hun waarde gelaten. Toch kan ik het beeld van mannen met baarden, lange, veel te warme witte jurken met een groot gipsen Mariabeeld op hun rug niet echt loslaten. En maar Lourdesgrotten metselen.


In het dorp werd ik steeds weer in een ander huis uitgenodigd om mee te eten, maar ik had al zes keer geluncht inmiddels. Ze zijn lief. Het is bloedheet hier tegen deze bergen aan en het is veel klimmen naar weer een andere hut. Overal wordt gekookt, versierd en muziek gemaakt. Tientallen muziekgroepen trekken door het dorp en de spanning wordt opgevoerd naar vier uur als de bisschop zal arriveren. In een groot rijstveld staan vele lange tafels opgesteld waar de vele gasten kunnen eten, een soort van gaarkeukens staan opgesteld en ik denk er maar niet bij na wat daar allemaal bakt, braad en kookt. Ingewanden zijn ook hier favoriet. En verder vlees, vlees en nog meer vlees, hoe vetter hoe beter. Vegetarisch betekend ook hier alleen kip. Op een open plek is een enorm altaar opgesteld waar de bisschop morgen om zes uur in de ochtend een mis zal opdragen. Zusters van de plaatselijk orde waren in de weer met bloemschikken en slingers, veel slingers. Ik werd wel honderd keer uitgenodigd om vannacht hier te blijven maar met mijn vlucht van morgenochtend en de lust die mijn gids heeft in de rijstwijn lijkt mij dat geen goed idee. Al krijg ik daar natuurlijk spijt van als ik weer terug ben in de bewoonde wereld.


Wat buiten het dorp was het kamp van de rebellen. Sinds de wapenstilstand doen ze niet veel meer dan patrouilleren. Het zijn stuk voor stuk aardige jongens die nogal lichtjes met hun Uzi’s en Kalashnikovs omgaan. Ik mag er mee spelen zoveel ik wil maar ik kan na mijn min of meer dienstweigeren om wapens natuurlijk hier geen soldaatje gaan spelen. Deze jongens hebben allemaal de gevechten niet meer meegemaakt maar de oudere commandanten die binnen in de hut zitten zijn veel ernstiger en we hebben het even over de nieuwe regering en de hoop die zij nog steeds koesteren op een vorm van onafhankelijkheid. Meer dan vijftig jaar oorlog moet toch iets opleveren.


En dan is het vier uur en is hij daar: HIS EXCELLENCY BISHOP SOTERO PHAMO. Er staat een heus ontvangstcomité opgesteld en we liepen toevallig langs de hele stoet mensen tot de plek waar de bisschop blijkbaar uit zijn auto zou stappen. Ik dacht wat foto’s te maken maar dat kwam anders uit, De bisschop stapte uit zijn auto en een overdonderend, ontroerend applaus werd zijn deel. Al de orkesten speelden door elkaar heen, vuurwerk werd afgeschoten en de militairen schoten hun wapens leeg in de lucht. Een beetje met desinteresse nam hij de bloemenkransen in ontvangst en stapte toen pardoes op mij af, stelde zich voor en vroeg waar ik vandaan kwam, wat ik hier deed en of ik het een mooi land vond. Ik werd er verlegen van omdat er zoveel mensen daar in mijn plaats hadden willen staan en mijn gids had de dag van zijn leven want hij kreeg ook een handje. Een typisch slap handje die de geestelijken bij ons ook altijd plachten te geven. Dat leren ze blijkbaar op het seminarie. Ik liep nog een eindje op met de monsieur maar die wilde maar wat graag weer in zijn Landcruiser stappen omdat hij zag dat er nog het een en ander te klimmen viel voordat hij bij de parochiekerk was. Ik werd in zijn auto genodigd maar dat heb ik maar afgeslagen. Het was al veel te veel eer. Voor de bevolking was ik natuurlijk nu helemaal het mannetje. Vriend van de bisschop…als enige atheïst tussen tienduizend mensen.