Botataung

Botataung

Aan het vroege ontbijt word ik verrast door het Ave Maria van Verdi (het kan ook Bach geweest zijn!) en het Requiem van Handel. Het geeft je weer een andere kijk op het leven buiten op straat waar honderden mensen met bossen gele nieuwjaarsbloemen passeren die ze in de Schwedagonpagode gaan offeren. Voor de laatste paya, het Burmese woord voor tempel, ga ik vandaag naar de Botataung. Aan de haven. Hier worden vier haren van de Boeddha bewaard. Ik heb inmiddels op vele plekken een kleine driehonderd tanden van de Boeddha bezocht en ook botten van een compleet voetbalelftal aan Boeddha’s, maar haren zijn er natuurlijk zoveel geweest… daar zou wel eens een echte, originele haar tussen kunnen zitten. Daar staat weer tegenover dat de Boeddha gecremeerd is wat die haren weer wat minder geloofwaardig maakt. Maar het laat weer veel devotie zien en daar hebben de mensen hier talent voor. Bij de ingang van de pagode worden de nieuwjaarsbloemen verkocht waar vandaag iedereen een takje van in zijn haar heeft gestoken. Ook staan de vogelverkopers er weer die kleine vogeltjes in de aanbieding hebben om te offeren. Deze vogeltjes zitten met honderden in te kleine manden maar als ze losgelaten worden om geluk te brengen schijnen ze binnen de kortste keren weer naar die manden terug te vliegen. Voordat je naar binnen loopt kom je er niet omheen om eerst het grote bord te lezen met een uitleg hoe je je moet gedragen in een tempel. In deze bijzondere tempel is alles nog een stuk strenger. Zonder schoenen, wordt er verlangd, maar met lange broek of sarong, en een nette schone blouse; vrouwen moeten bovendien een bh dragen. Een gek bevel want de vrouwen hier hebben er lang niet allemaal een aan. Dat is meestal ook weggegooid geld. In Phnom Penh zag ik eens een bord bij het Koninklijk Paleis met de tekst: ‘Be improperly dressed, please’ en dat is ook precies waar de meeste toeristen zich aan hielden. Er is een kleine toerbus met Franse toeristen gearriveerd en die staan te jeremiëren bij de vogelkooitjes. Het is allemaal ‘terrible’ vang ik op. En heel zielig. De hele handel opkopen en vrijlaten, denk ik bij mezelf. Of zoals jullie thuis doen: bakken en opeten. En als dat bakken heel lekker gedaan wordt krijg je er drie Michelin-sterren voor. Ik ga naar de haren en loop in bewondering voor zoveel devotie wel drie keer de grote stoepa in om naar al die mensen te kijken voor wie dit echt iets heel heiligs is. Ik zie mensen in vervoering bidden waarbij de tranen over hun wangen stromen. En dat is niet iets wat Aziaten snel doen, hun emotie zo in het openbaar tonen. Een behulpzame monnik laat mij helemaal naar voren komen. Hij heeft mij natuurlijk al drie keer hier gezien en wijst mij aan waar ik moet kijken om de relikwieën te zien. Maar het is als met die speld in de hooiberg. Ik zie alleen maar goud, goud en goud. En ben hierna helemaal uitgetempelt.

 

Vroeg in de ochtend, op weg naar het vliegveld, realiseer ik mij bij het lezen van allerlei naambordjes en reclamekreten dat in reactie op de gezwollen taal van de regering het volk het kort houdt. De overheid heeft het volzinnen lang over solidariteit met het volk, en retoriek in volzinnen als ‘It is very important for everyone of the nation wherever he lives to cultivate and possess strong Union Spirit’ of nog mooier ‘Oppose those relying on external elements, acting as stooges, holding negative views’ en dan als een bevel op grote rode borden in olifantenletters: ‘Crush all internal and external destructive elements as the common enemy.’ Al deze teksten en nog veel meer moeten ook in iedere publicatie opgenomen worden om toestemming voor druk te krijgen. De kleine en grote handel houdt het daarom kort en roept Smile Backery, Enjoy Cream, Happy Hair, Easy Gym, Oasis Massage en, tja een beetje expliciet taalgebruik dat wel, Stallion Condoms. Bij Yangon International Airport stap ik de verkeerde deur binnen. Dit is de Domestic Terminal. Kleine mannetjes met harde stemmen zijn hier de bewegwijzering. Ik had niet goed geluisterd. Ik moet weer even lachen om de kreten van de binnenlandse luchtvaartmaatschappijen hier. Naast elkaar hangen er de borden van ‘Bagan Airways: Your Airline in Myanmar’ en ‘In Myanmar Your Airline: Mandalay Airways.’ Op een wand zijn de wereldtijden aangegeven. Acht klokken op een rijtje. Overal ter wereld zie je dan de plaatselijke tijd met daarnaast die van New York, Londen, Moskou, Tokio en bijvoorbeeld Beijing. Voor hier misschien een logische maar opmerkelijke keuze. De tijden die de klokken aangeven zijn ook hoogst curieus: Yangon 07.21, Bangkok 07.53, Kuala Lumpur 08.48, Jakarta 09.03, Kunming 08.38, Dacca 06.27, Calcutta 00.37 en Paro 06.49. Ik kijk op mijn eigen horloge om te zien hoe laat het is. Het is 07.40 uur. Ik zie dat de piloten hier bijna zonder uitzondering nog zonnebrillen met spiegelglazen dragen. Na vier weken Myanmar ziet dat er best stoer uit. Op een grote thermometer aan de muur prijkt nog een oude reclamekreet van Bayer Aspirine. ‘New Strength and Vitality: take your daily dosage’. Ik ga terug naar 2006.