The Story of the Condor and the Hat

The Story of the Condor and the Hat

In de buurt van Machu Picchu een dierentuin bezoeken is natuurlijk van God en de Inka los. Maar het kwam zo: we gaan met vieren naar de Machu Picchu zelf, we huurden een auto en kregen een bus. De chauffeur wilde bij iedere oude steen steen stoppen en riep als een echte reisleider de hoogtepunten langs de weg rond. Zo nu en dan riepen we OK en dan stonden we weer naar een landschap of een stapel Inka-stenen, die de tijd en de Spanjaarden hadden overleefd, te kijken. Toen het woord condor viel stonden we even later niets vermoedend in een soort van dierenpark. Met inderdaad condors, poema’s, lama’s, apen, honden en een beer. Er was een fokprogramma voor de condors onder de supervisie van een oud exemplaar van zestig jaar die graag wilde poseren voor de foto. Een van de lama’s had net het gras gemaaid en spuugde mij vervolgens onder met vers, jong lentegras. Een enerverende sensatie. Maar er was werk aan de winkel dus verlieten we met grote spijt Blijdorp en togen op weg naar Pisac. Er moest een hoedje gekocht worden. In Pisac was het markt en ik zocht en vond de hoedenstraat. Keus genoeg, afdingen een kunst. 

 

Het vinden van een lunchplek ging het hoedje te boven maar uiteindelijk kwamen we in het restaurant Tres Keros van de kleinzoon van Heinrich Himmler terecht waar het goed eten was. In Urubamaba was het jaarmarkt en parade. Het was druk. Al vroeg was Ollantaytambo onze laatste stop. Niet dat we klaar waren want er moest nog veel gevraagd en geregeld worden. Alles gelardeerd met vergaderingen over het te volgen pad. Als Machu Picchu maar het einddoel is vind ik het best.