Refugio Grey

Refugio Grey

Het ontbijt en het kamp opbreken de volgende ochtend gaat erg snel. Kwam ook een beetje door de temperatuur van het douchewater, dat meer op een hagelbui leek. Het douchen nam hierdoor maar enkele seconden in beslag. Precies om half zeven waren wij de eersten die het bospad opliepen richting El Paso. El Paso is de John Garner-pas die we vandaag over moeten. 1200 meter hoog en vol sneeuw. Na een korte klim door een bos begint de ellende. Modder. Anderhalf uur ploeteren door de smurrie. Soms zak je tot boven je enkels weg, dan weer glijd je bijna onderuit het ‘pad’ af. Het is zwaar en zompig. Steeds op zoek naar het beste pad. Door de modder zijn er veel paden ontstaan omdat steeds weer wakkere wandelaars dachten de voeten droog te houden door iets boven het bestaande pad te gaan lopen. Hier en daar is er een brij van paden ontstaan van wel 50 meter breed. Zodra het bos weer dichter wordt verdwijnt de modder. Ook Karin verdwijnt. Ze heeft een heus Jonkerspad gevonden en loopt plotseling boven aan de berg terwijl er beneden een juweeltje van een pad loopt. Het kost heel wat geschreeuw over en weer voordat we elkaar weer gevonden hebben en we aan het volgende obstakel kunnen beginnen: de rivier oversteken. Met oranje punten is aan weerszijden van de rivier aangegeven waar de beste plek is om van steen tot steen te springen om zo de overkant te bereiken. Ik doe het nog voor, maar het verdwalen heeft niets geholpen. Voor Karin liggen de keien altijd net iets beter op een andere plek. Om het verhaal niet te lang te maken volsta ik hierbij met de mededeling dat ik het op en neer springen aardig doorgekregen heb. Door al dit getreuzel zien we al rustend boven op een rots andere wandelaars aankomen. We zijn de vroege-vogelvoorsprong kwijt. Nu begint het echte klimmen. We lopen nu boven de boomgrens en het zijn vooral rotsen waar we overheen klimmen. Je ziet, ver boven je, de pas duidelijk liggen en ook de sneeuw naderen. Eenmaal in de sneeuw is het zaak goed uit te kijken waar je voorgangers hebben gelopen om niet in een diep gat te zakken. Slechts één keer zak ik tot mijn middel weg in de sneeuw en is het nog een hele toer om daar met mijn rugzak weer uit te klauteren. Boven op de pas is er geen tijd voor trots op de geleverde prestatie. Het uitzicht overtreft alle andere emotie. Voor ons ligt het Campo de Hielo Sur, de zuidelijke ijskap, in volle glorie te glinsteren. De Grey-gletsjer zie je als een brede blauwwitte tong tussen de machtige bergen doorschuiven. Tussen de 48e en de 52e breedtegraad (zeg maar: tussen Orléans en Rotterdam op het noordelijk halfrond) zijn grote delen van Patagoniëë bedekt met een ijskap. Een ijskap die op sommige plaatsen zelfs groeit door de grote hoeveelheid regen die hier valt. Ongelofelijk mooi is het vanaf hier. En ook best gezellig. Iedereen komt, meestal alleen, de pas over en zakt van vermoeidheid en ontzag neer tussen de rotsen om te gaan zitten genieten van het machtige landschap. Fotocamera’s klikken als mitrailleurs waarbij die van ons wel op uzi’s lijken. Maar de rust mag niet te lang duren want we zijn pas op de helft van dag 1. En dag 2 moeten we vandaag ook nog doen. Het eerste deel van de afdaling is stijl, maar te doen. Zwaar wordt het pas als we weer tussen de bomen lopen. Ontzettend steile paden die, om het makkelijk te maken, regelmatig versperd worden door grote boomstammen. Waar je vervolgens weer overheen moet zien te klauteren. Of, nog erger, onderdoor moet kruipen. En dat met een volle kliko op je rug. Zo voelen onze rugzakken inmiddels aan. Onderweg zien we nog een prachtige Patagonische vos. Die heeft in ieder geval geen schrik van ons. Of wij van hem bang moeten zijn dringt niet tot ons door. Drie lange uren duurt de afdaling voordat we eindelijk, doodmoe, bij het kamp El Paso aankomen. Daar zien we de meeste van onze medewandelaars voor het laatst vandaag onderweg. Die zijn wat sneller dan wij. Alleen de Mexicanen lopen nog achter ons. Hoe we de volgende lange uren doorgekomen zijn met klimmen, klauteren en koorddansen op de smalle strookjes zand die de naam pad eigenlijk niet mogen dragen, is later niet meer te verklaren. De vele fotostops halen het tempo eruit maar het is ook zo mooi. Onheilspellende afgronden doen ons zelfs niet met de ogen knipperen. Zonder nadenken begeven we ons op wankele boomstammetjes over rivieren of klimmen we van boomstammetjes gemaakte trappen op om een kloof uit te komen. Uiteindelijk komen we om half zeven bij Refugio Grey en worden we verwelkomd door alle nieuw verworven vrienden van het Circuito Torres del Paine. We zijn klaar voor een grandioos afscheid van het jaar 2002. Laat die dozen wijn maar komen. En een feest wordt het. We leren het dansje dat bij de ‘Ketchup Song’ hoort en kunnen het daar vervolgens de hele avond mee doen. Iedereen doet uitbundig mee en uiteindelijk zijn wij weer de laatste die, met een half karton Gato Negro onder de arm, onze tent opzoeken. Het is dan tien voor twaalf…