Third World Antananarivo

Third World Antananarivo

Voor de flora en de fauna moet je niet in Antananarivo zijn, al maakte ik hier kennis met de nationale bloem. Een soort kerstroos aan een boom. Loop nu een paar dagen in de hoofdstad rond en ben echt in een derde wereld stad. Als je hier in een taxi stapt lijkt het of de uitlaat via de achterbank terug in de auto geblazen wordt, een kenmerk van de derde wereld, of de vierde zo je wilt. Besloot mijn reis rustig te beginnen met drie dagen de hoofdstad. In een flinke halve dag heb je het gezien hier. En dan heb ik alles, tegen alle adviezen in, lopend gedaan. Ik had een hotel geboekt midden in het centrum. Dat klopte maar niet wetend dat dat bovenop de Rova lang, het hoogste punt in de stad, een heuvel van 1486 meter hoog, hoger dan al het andere hier. De conditie vaart er wel bij. Al moet ik in de avonduren een taxi nemen. Je wordt hier bij voortduring gewaarschuwd voor de gevaren van deze stad. Let op je spullen, laat je camera niet zien, loop niet in het donker etc. etc. Tot nu toe alleen maar vriendelijke maar straatarme mensen gezien.


Het tempo van de stad is ook derde wereld, slowly, slowly, doet iedereen. Behalve de vele, vele bedelaars als ze jou proberen bij te houden. Ze vertellen eindeloos lange verhalen over hun armoe (neem ik aan) en hebben daarbij de juiste trieste blik voorhanden. Het zigeunerjongetje met de traan kan ik hier eindeloos inlijsten. De meisjes wijzen vooral naar hun kleine zusje op hun rug. Die zijn met zo’n traan geboren. In vrijwel iedere straat wordt je de Le Monde van vorige week aangeboden, het internet tijdperk is aan deze verkopers voorbij gegaan. De telefoonwinkels, soms niet meer dan een klein kistje, niet. Die worden in aantal alleen voorbij gestreefd door de kerken. Ook derde wereld; veel, veel kerken. Gisteren ws het zondag en heb ik in de nette kleren de jaren veertig, vijftig en zestig voorbij zien komen. Hier gedumpt of goed bewaard, ik heb het niet gevraagd.


Het bezoek aan de Rova, de heuvel met het paleis en de enige echte bezienswaardigheid in de stad deed ik in de vroege ochtend. Ze moesten de hekken nog open maken. Behulpzame gidsen inden de entree en hun eigen salaris. Een fooi in onze begrippen. Ik weet nu alles wat ook in de gidsen staat. Zelfs deze gids waarschuwde mij voor het gebruik van mijn mobiele telefoon als camera in een door politie bewaakte en door hekken afgesloten terrein. Wij waren de enige bezoekers op dat tijdstip. Daarna vertrok ik met veel goedbedoelde waarschuwingen te voet naar het honderd meter verderop gelegen Palais d’Andafiavaratra, het museum. Ze hadden gezegd dat het gesloten was op zondag en een bord kondigde dat ook aan maar twee slimme gastjes hadden blijkbaar de sleutel en lieten mij binnen. De zelfbenoemde kassier inde de toegangsprijs (al was die inbegrepen in mijn bezoek aan de Rova) en de ander had dezelfde prijs als gids. Er was geen licht aan in het museum en slechte drie ruimtes waren open, de rest maagdelijk leeg, toch heb ik ook daar weer kunnen zien dat de reisgids redelijk correcte informatie geeft. Als ik een beetje vlot doorliep dacht de gids hier dat ik wel levend de voet van de berg zou bereiken. Onderweg kwam ik slechts kerkvolk en bedelaars tegen. De koffie in hotel het Louvre smaakte daarna prima.