The Saltboat Builders of Belo sur Mer

The Saltboat Builders of Belo sur Mer

Belo sur Mer. Het voelt ver weg van de echte wereld. Niet alleen door de weg er naartoe maar meer nog door de sfeer die er hangt. Beetje sereen, muro, muro, zoals ze hier zeggen. Rustig aan, komt allemaal goed. Er wordt gewerkt, ja, maar in een tempo van een andere, bijna niet meer bestaande wereld. Muro, muro. Het voelt vredig, of dat zo is kan ik na twee dagen niet zeggen. Maar het lijkt er in ieder geval op. Vriendelijkheid alom, lieve lachen komen je tegemoet. Mooie vrouwen ook. De Vezo stam, de mooiste van Madagaskar.


Er worden hier boten gebouwd. Stevige schepen om het hier vlakbij gewonnen zout te vervoeren. Over de weg is het dorp ook maar een paar maanden per jaar te bereiken. Er liggen rivieren tussen die nu droog staan. De zee is de weg. De boten worden nog precies zo gebouwd als een paar honderd jaar geleden, dezelfde gereedschappen, vooral handen. Waterdicht gemaakt met een soort teer, komt van een boom hier. Het hout uit het bos. Er worden nauwelijks spijkers gebruikt. Bij een boot werken een paar mannen, een tiental anderen zitten eromheen. Er wordt gesproken, over wat weet ik niet, maar het klinkt rustgevend. De vrouwen zijn met voedsel bezig, kan zo maar uren duren, tijd genoeg. De paar winkeltjes verkopen niets, is niet nodig. Alles om te leven is hier. De paar hotels brengen extra geld. En werk. Ik koop een bier en deel het met een paar anderen. Het worden er al snel drie.


In Belo sur Mer zou je oud kunnen worden. Maar daar heb ik geen tijd meer voor. Ik moet weer verder. Er wacht nog ergens iets, wat, dat ga ik uitvinden. Vandaag of morgen. Of overmorgen. Muro muro.