Real Men

Real Men

In the middle of nowhere was nooit zo waar als hier en nu. Ik zit in Khug. Spreek uit Goek. Kort met een harde G. Zoek het niet op want het staat er niet op. Als ik morgenvroeg mijn bed uitstap voelt dat heel zacht aan. Echt bont, van een beer. Gelukkig leeggehaald maar voor de rest zit alles er nog aan.

 

We hebben urenlang gereden om hier te geraken. Onbedoeld maar gaandeweg raakten we steeds verder van huis. Mijn driver Gana is nog nooit in dit deel van Mongolië geweest en zolang het nog op de kaart stond kon ik hem nog redelijk gidsen maar van die kaart zijn we al lang afgevallen. Onderweg bij wel tien gers de weg gevraagd naar het staande op de kaart voorkomende tourist camp maar steeds was het nog maar 8, 12, 15 of 20 kilometer. Waar we nu zitten heet heel anders dan op de kaart en we waren er ook niet om de bedoelde 4 uur maar pas om 8 uur. 4 uur ofwel zo’n 80 kilometer te ver. Het is wel een waanzinnig mooie plek. Volgens de Lonely Planet mag je hier zonder speciale permits niet komen. Maar wie had ons tegen moeten houden? Jammer dat het al bijna donker was toen we hier aankwamen. Morgen maar wat beter kijken. Rondom liggen enorm hoge, kale bergtoppen en verder veel water, veel bos en veel, veel niets. Mongoolse steppe en taiga.

 

Ik ben hier niet alleen. Natuurlijk mijn chauffeur maar ook een Russische goudzoeker die net een goudklompje rond liet gaan, twee stoere sportvissers uit de Oekraïne, een ongewild gepensioneerde MIG straaljagerpiloot uit Mongolië, een Kazak op zoek naar jonge arenden om op te leiden voor de jacht en een Tsjech die hier twintig dagen aan het jagen is. Op steenbok. Ja, dan scoor je niet echt met grafisch ontwerper. We zitten in een blokhut en er wordt vis klaargemaakt. Vers gevangen. Het zal later de beste maaltijd in Mongolië blijken te zijn. Een minpunt is wel de eigenaar van het spul. Een aardige vent, niets mis mee, maar hij lijkt als twee druppels water op de zanger van BZN, Jan Keizer als ik mij niet vergis. Als Mongool. Ik moet mij er even overheen zetten. De voertaal is hier Russisch. Dat spreken de Kazak, de Tsjech, de twee uit de Oekraïne, de Mongolen allemaal een beetje en natuurlijk de Rus. De chauffeurs, vier in getal en een enkele gids zitten aan een andere tafel de wodka te keuren. Aan deze tafel wordt alles door elkaar en tegelijk gedronken. Tijdens het gesprek, wat ik nauwelijks kan volgen, gaat een van de jachtgeweren van hand tot hand. En iedereen heeft er een mening over. Als ik het in mijn hand gedrukt krijg zie ik een plaatje zitten en vraag Aus Deutschland? Vanaf nu hoor ik er ook bij. De Tsjech vraagt nu in het Duits of ik ook jaag en waarmee. Even overweeg ik te antwoorden met pijl en boog maar dan weet ik het handig in het midden te laten. Kan moeilijk zeggen dat ik zelfs mijn kat afgeleerd had te jagen. En vissen heb ik ook al nooit gedaan. Wat een watje. Thuis toch maar een houthakkers hemd gaan kopen.