Lost or Wrong Road?

Lost or Wrong Road?

Het eindigde bijna waar het begon vandaag. Het is dat we door een ongeval wat langer doorgereden zijn, en daar de weg gewezen kregen, anders was er in 10 uur hemelsbreed 52 kilometer afgelegd! Maar de grote Johan zei het al: enhzv. Doordat we via Gana zijn onovertroffen navigatievermogen op plaatsen terechtkomen waar zelfs de Mongolen soms nog niet geweest zijn hebben we ook mooie vergezichten en prachtige ontmoetingen. En, tenslotte, niet het doel maar de weg is de reis. Daarvoor hulde.

 

Om half acht vanuit Moron via de snelste en kortste route naar Ulaanbaatar met vannacht een stop van twee dagen aan een mooi meer. Vele deden het hiervoor dus moet te doen zijn. Het ging 7 kilometer na Moron bij de eerste brug al fout. Ik wees hem zachtjes op een pad naar links maar hij wist het zeker. Het werd een mooie tocht naar een hoge pas. De verkeerde dat wel. Maar mooie arenden onderweg en vele ogen die ons aankeken. Op de pas maakte hij zijn gewoonlijke praatje en kreeg het door. Meteen na de pas reden we niet rechtdoor, wat om was maar wel de hoofdroute om weer terug op het rechte pad te komen. Nee, Gana had gehoord, via via, dat je hier ook links kon. Het kon. Maar weinige hadden het hiervoor aangedurfd. Hij wel. Het was weer een ongelooflijk mooie tocht. De jeep kon het net aan. Op een gegeven moment reden er zes ruiters om de jeep heen om te kijken of er wel echt mensen in zaten. Toen ik mijn fototoestel pakte galoppeerde ze snel weg. Vlak voor twaalf uur waren we in Tomorbulag. Zevenenveertig kilometer van Moron! Over die andere weg. Het volgende probleem doemde op. De rivieren waren te diep om over te steken via deze route. Iedereen neemt dan de route eerst westelijk en dan zuidoostelijk naar Tsetserleg. Maar je kon ook, als je durfde, naar het oosten en dan zuidelijk via Rashaant. Daar kwam je dan op de echt kortste route naar Ulaanbaatar. Jullie voelen het al. Het werd het avontuur. Prachtige route. Door dichte bossen waar daarvoor ook wel eens iemand gereden had. Door tientallen rivieren waarvan sommige meer dan 500 meter breed waren. Behulpzame Mogolen reden met ons mee om de juiste oversteekplaats te wijzen. Arme mensen moesten daarna teruglopen en waden door rivier om weer thuis te komen. Kortom, we kwamen rond half zeven in Rashaant en vandaar was het nog 82 kilometer naar de eerstvolgende slaapplaats. Een half uur voorbij Rashaant, net over de pas, lag een Russische Minibus op z’n kant. Blijkbaar van de helling afgerold. Ze rijden bijna allemaal te hard die koekblikken. Vlak voorbij het wrak zaten een aantal mensen om iemand heen die op de grond lag. In de bus bleken twee Italiaanse toeristen met gids en chauffeur gezeten te hebben. De Mongoolse gids was met haar hoof door de vooruit geknald en zag er behoorlijk gehavend uit. De Italiaanse jongen en het meisje renden half verdoofd rond met spuitbussen desinfecteer rommel en verband, flessen water en een geruststellend woord voor de vrouw op de grond. Het ongeluk had 15 minuten geleden plaatsgevonden. De gids had erg veel pijn. De Italianen hielden het erop dat ze een flinke klap op haar hoofd had gehad en voor de rest wat sneetjes rond haar oor. Haar handen zagen er ook niet helemaal fijn uit. Ik ben bij haar gaan zitten en heb wat ter ondersteuning gezegd. Zij wilde graag praten, had zelfs nog humor, maar het deed allemaal erg pijn. Er was al een motorrijder op weg naar Rashaand om een dokter te waarschuwen. Ja, die hadden wij als een gek voorbij zien scheuren. De dokter zou er in een uur zijn, dachten de inmiddels toegestroomde Mongolen uit de buurt. Ik heb ongeveer een uur bij haar gezeten en zo’n tien flessen water over haar hoofd laten lopen om de pijn te verlichten. Kwam ik tenminste van mijn voorraad water af. Wat mij wel verontrustte was dat haar pijn van achterhoofd naar boven op en neer ging. En ze had veel pijn. We durfden geen paracetamol te geven. Eindelijk na ruim een uur kwam de motorrijder terug met vlak daarna de dokter en politie. We hebben onze weg toen voortgezet. Ik moest veel aan het ongeluk wat wij ruim twee jaar geleden in Argentinië hadden denken.

 

Het hotel in Hayrhan was niet veel. Het eten een disaster. Die extra dag aan het meer kan ik vergeten.

 

Maar ik bleef aan die arme Mongoolse denken. Mijn hand zat helemaal onder haar bloed. Ik weet niet eens haar naam.