Moron City

Moron City

Wat een mooi land is Mongolië en wat een lelijke steden hebben ze hier gebouwd. Het eerste wat opvalt zijn de grote aantallen flats, appartementen blokken die leegstaan of half afgebouwd zijn. Ze zijn allemaal in de jaren tachtig gebouwd toen de regering pogingen deed om alle op de steppe rondtrekkende mensen in een woning te proppen. Dat is totaal mislukt maar die blokken ze staan er nog steeds, heel erg vervallen en niemand wil er in wonen. Gelijk hebben ze als ze op de steppe in alle vrijheid in een mooie ger of blokhut kunnen leven. Maar ook de mensen in de stad wonen liever in een ger of in houten woningen met een erf eromheen. Om dat erf staat een grote schutting en al die schuttingen aan elkaar geeft weer een heel vervreemdend gezicht. Maar het maakt het allemaal wel erg lelijk. Voeg daarbij de stoffige zandpaden als wegen en het feit dat bijna alles wat ooit gebouwd of neergezet is kapot is en je waant je in een soort horrorfilm. Lantaarnpalen, lichtmasten, verkeersborden, reclameplaten, werkelijk alles is kapot. Dan is het een verademing als er eens een flat mooi in pasteltint geschilderd is. Ook het begrip hotel krijgt hier een heel andere dimensie. Een dimensie waarin je niet graag aangetroffen wilt worden. Maar alles went. En de bedden zijn zo smal dat je armen er aan beide zijden afvallen maar hebben gelukkig spijlen aan het voeteneinde. Kan ik mijn benen tot mijn knieën erdoorheen steken. Val ik er ook niet af.

 

 “He alweer een marmotje langs de weg!” Het was alweer de derde vandaag. Je ziet hier van alles wild langs de weg 

maar marmotjes waren nieuw vandaag. Ze lijken in niets op die doorgefokte schoendoos exemplaren bij ons. Ze zijn ongeveer zo groot als een kat en doen aan bermtoerisme. Ik zag ze al eerder hoog in de Alpen maar daar waren ze extreem schuw. Hier kijken je ze brutaal aan en laten zich gewillig digitaal vastleggen. Ik ben net aangekomen bij Kovsgöl Nuur. Een enorm meer aan de grens met Siberië. Het kleinere zusje van het Baikal meer maar dan schoner en mooier. Zeggen ze hier. “The place to be” in Mongolië. Ik prefereer toch de leegheid van de steppe. Maar het moet gezegd het is een ansichtkaart hier. Ik heb gekozen voor het Nature’s Door Ger Camp. Omdat die mooi zorgen dat het meer ook schoon blijft. Een klein beetje duurder maar thuis knaagt het schuldgevoel met een Landrover voor de deur. En in deze dagen blijft die ook voor de deur dus het werkt aan twee kanten. De lunch was interessant. Het begon met een uiensoep met heel veel ui. Geen zout of peper en het klaargemaakt in een bouillon waarvan ik de smaak niet thuis kon brengen. Het leek meer kip dan koe maar iets sterker van smaak. Navraag leerde mij dat het marmotten bouillon was. Weer knaagde er iets. Ik werd meteen de keuken ingetrokken en ja, daar lagen ze mooi schoongemaakt op een rijtje voor het diner. Vreemd volk die Mongolen. In dit meer krioelt het van de vis maar in de hele buurt heeft geen enkele eetgelegenheid het op het menu staan.