China, Guillin, september 1982

China, Guillin, september 1982

Net terug van weer een heerlijke Chinese maaltijd. Al wekenlang prima Chinese maaltijden. Al drie dagen in Guillin nu. Veel indrukwekkende grotten met mooie, lekker sinistere verhalen erbij. De stad is veel meer China dan het moderne Guangzhou, het lijkt een beetje een dorp. Het heeft overigens meer dan 400.000 inwoners. Kan goed opschieten met de Hongkong Chinezen die hier rondreizen, vriendschappen worden makkelijk gesloten. Een beetje afstand bewaren tegenover de ‘travellers’, al kom je er niet onderuit om soms gezamenlijk te eten. Eten wat overigens spotgoedkoop is, zoals de meeste dingen hier. Voor een vijftiger jaren freak is het paradijs, als handelaar kun je hier een fortuin maken maar dat zit nu eenmaal niet in mij. Het staren van de mensen is hier door de vele buitenlanders ook wat minder maar het blijft vermoeiend doch boeiend.


Morgen de beroemde boottocht over de Li-River waar iedereen voor hier is. Op maandag de eerste lange treinreis naar Kunming in Yunnan. Guillin is niet helemaal het paradijs zoals het door anderen beschreven werd maar wel heel anders dan ik ooit op de wereld tegengekomen ben. Het hotel is typisch Chinees dus uiterst spartaans. Maar een smeriger volk als de Chinezen ben ik ook nog nooit tegengekomen. Hun eetgewoontes en het gerochel en gespuug zijn niet echt smakelijk. Je hoort en ruikt ze overal.


De boottocht was paradijselijk. In alle vroegte, zes uur al, vertrokken we op een kleine boot met zo’n tien personen. Het Chinese dagelijks leven trok aan je voorbij, niet opzienbarend in het begin maar wel heel indrukwekkend in zijn eenvoud.Ook de vele cormorant vissers op de rivier waren een genot om te bekijken. Dat zijn vissers die een vogel gebruiken om voor hen de vissen uit het water te halen. Het vroege ochtendlicht was magisch en toen eenmaal de beroemde Karz begin van Guillin te voorschijn kwamen bekroop mij een intens geluksgevoel. Het beeld deed mij denken aan de Zuidzee eilanden die ik overigens nog nooit bezocht had. Ongetwijfeld het hoogtepunt van mijn reis tot nu toe. En het duurde totaal meer dan zeven uur deze tocht. Het eindpunt Jangshou was daarentegen een tegenvaller. Vreselijk toeristisch. De terugtocht voerde met de bus langs een 1300 jaar oude boom. Daar zag ik voor het eerst een paar bedelaars in China.


De laatste zondag in Guillin doorgebracht met twee Nederlandse vrouwen die hier een korte reis maakten en op weg waren naar Australië. Die ga ik nog wel zien daar. Veel gedaan samen, Guillin is een interessante plek om te verblijven. De vele Hongkong Chinezen hier maken het ook een toeristische plek. Iedere berg lijkt op een draak, een leeuw, een paard of wat dan ook. Hun fantasie is onbegrensd.