Modern Slavery

Modern Slavery

Daar gaan we weer zei ik zomaar uit het niets hardop, moet een beetje op gaan letten, praat nooit tegen mezelf. Mijnheer Hertz was op tijd vandaag en een mini 4WD stond gepoetst en vol krassen klaar. Voelt wel prettiger zelf achter het stuur ofschoon je niet alles van het landschap meekrijgt natuurlijk. Eerste stop Cidade Velha, de oude hoofdstad en de eerste plek waar Europeanen zich buiten het eigen werelddeel vestigden. Een plek met veel geschiedenis dus. Heette vroeger Ribeira Grande.  Wikipedia weet er ongetwijfeld veel over te vertellen. Het is een Unesco werelderfgoed oord en er stromen ongetwijfeld veel dollars deze richting uit. Die hebben ze nog niet echt besteed zo te zien. Ze moeten eerst nog wat rente trekken denk ik of er moest nodig een erker aan het huis van de burgemeester gebouwd worden. Blatter was here kan natuurlijk ook. Wat er wel te bewonderen valt is de eerste straat die de Portugezen buiten Portugal aanlegden. Rua Banana. Nog heel authentiek en nauwelijks gerestaureerd. Op het pleintje een heel bijzonder monument uit de tijd van de slavenhandel, de reden van bestaan van deze plaats. Al in 1466 kregen de inwoners het Koninklijk recht om in slaven te handelen. Dat deden ze gretig en al deze eilanden zijn door die slaven in cultuur gebracht. Er staat een kolom waaraan de slaven die straf verdienden zweepslagen kregen. Niets om trots op te zijn natuurlijk maar wel een gegeven. Nu veegden er vier erg donkere vrouwen het pleintje en de straten schoon. Gevolg van de uitverkiezing tot werelderfgoed. Voor 10 euro in de week loon. Komt dit niet heel dicht bij slavernij? Ik kreeg uitleg van een bemoeial die dit eigenlijk wel rijkelijk beloond vindt. De levensstandaard is hier niet zoveel anders dan bij ons. Ze hadden nu werk zei de sul.


De grootste bezienswaardigheid van het eiland, het Portugese fort uit 1590, zat stevig op slot ondanks dat er twee schoolklassen ongeduldig voor de poort stonden te wachten om iets te leren over hun eigen geschiedenis. Al hun voorouders hadden zich in het zweet gewerkt om het fort te bouwen, ik neem tenminste aan dat er geen blanke handen vuil zijn geworden, en nu stonden ze daar in de brandende zon. Ach, dat zijn ze gewend zou de sul van beneden zeggen. Het Fort Real do Sao Filipe toornt hoog boven Cidade Velha uit. Na een half uur wachten besloot ik dat het fort nog lang kon wachten op een volgend bezoek van mij. Ik ging verder toeren over het eiland in mijn dubbelfunctie van toerist en buschauffeur. De hele dag diende ik als goedkoop vervoer voor de vele mensen die op eenzame weggetjes stonden te wachten op een toevallig passerend vervoermiddel. Drie volwassenen en vier kinderen meer nam ik niet mee per ritje.
Veel natuur kon mijn brein niet meer verdragen, al reed ik nog steeds berg op, berg af naar de meest geweldige uitzichtpunten. Op het laatst stapte ik maar niet meer uit, foto’s maakte ik al lang niet meer. Maar in de auto was het gezellig en onderweg stopte ik nog wel eens voor een leuk portret van zo’n authentieke bewoner van deze gelukzalige eilanden, zoals ze worden genoemd. Blijheid kan ze zeker niet ontzegd worden.


In Ribeiro de Barca, een mooie weg naar het einde van de wereld, zo leek het, hield ik lunchpauze. Het enige restaurant in het plaatsje maakte een geweldige visschotel klaar en de huizen in het dorp waren geschilderd met de meest uitbundige muurverf die er op deze aarde te vinden is. De mensen zijn van een ontwapende vriendelijkheid hier en ik vond het jammer dat ze niet beschikken over een logeeradres hier. De schoolmeester bood nog wel wat aan maar ik begreep helaas niet wat. Mijn Portugees is nog steeds belabberd. En het Frans wat hij sprak was een heel ander Frans dan ik mij kon herinneren. Om het beter te zeggen, ik zat lekker te eten en hij kwam maar aan mijn tafeltje staan te wauwelen. De waardin stuurde hem tenslotte weg. Overigens kijken de mannen hier heel intensief en leven mee met de Telenova’s. In het restaurant zaten verder alleen maar mannen en die waren allemaal aan de buis gekluisterd. Hadden ook voortdurend commentaar op de scenes. Ik hoefde geen Portugees te verstaan om de serie prima te kunnen volgen. Soaps kennen geen (taal)
grenzen op deze wereld.


Hierna reed ik naar Tarrafal. Over een schitterende weg met vele uitzichtpunten. Daar overal voorbij rijden is ook een kunst. Tarrafal ligt helemaal in het noorden van Santliago. Daar heeft een Duits echtpaar een heel mooi resort neergezet waar je minimaal voor drie nachten moet boeken en ze hebben nog wat restricties die natuurlijk allemaal aan de kant geschoven worden als je je daar als gast meld en ze hebben slechts twee kamers bezet. Het uitzicht van mijn terras was geweldig en deed nauwelijks onder voor het uitzicht ’s-avonds van het restaurant aan het strand. Uren naar de rollende zee en de ondergaande zon zitten kijken is ook een manier om prettig oud te worden.