Joburg = Crime

Joburg = Crime

Sinds de lagere school heb ik, zover ik mij kan herinneren, niemand meer getrapt of geslagen. Trouwens ik zat op een school met veel boerenzonen op klompen en daarvoor leerde je vooral hard wegrennen. Vooral voor Jan Verstraaten, die zijn broer Piet tot het uiterste verdedigde. Jan was drie jaar ouder dan wij maar in dezelfde klas. Piet begon al te huilen als je hem aankeek. Vandaag bleek ik plotsklaps een soort karatetrappen in huis te hebben. Nog wel met een manke poot. Maar daarover later. Dit is mijn laatste dag hier en die vijf weken in Afrika zijn heel anders verlopen dan gepland. Door mijn rug/beenblessure was ik minder mobiel dan gewoonlijk. Avontuurlijke trektochten of afmattende dagen met bus of erger zaten er niet in. Maar ik heb genoten. Genoten van die 5500km door het Afrikaanse land en genoten van al jullie reacties en likes op foto’s en verhalen. Mijn dank is groot.

 

Toen ik vanochtend uit de Sun Citykooi kon ontsnappen reed ik op mijn gemak naar Joburg. Johannesburg maar zo noemt niemand het hier. De meeste zeggen zelfs liefkozend Jozi. Ik ben na vanmiddag wat minder liefkozend. Johannesburg is berucht om zijn berovingen op ieder moment van de dag maar meestal zijn die beperkt tot een paar wijken van de stad en sommige wegen moet je mijden. De Lonely Planet noemde een paar wijken op waar het veilig toeven was. Mijn eerste plan om een drietal musea te bezoeken kon in de prullenbak want op maandag gesloten. Dus ik naar New Town. Toen ik eindelijk een parkeerplekje gevonden had met een ijverige, zelfbenoemde parkeerwacht, die zichzelf ruim bedeelde in oppasgeld, ging ik op stap. Ik zocht een lunchplek, na drie blokken lopen zag ik nog niets en om mij heen werd het wel erg zwart. Ook wat unheimisch. Ik was op mijn hoede, gelukkig. Plots botste er een kerel op mij en ik wist direct hoe laat het was. Voor dat ik wist had hij mij telefoon uit mijn broekzak en wilde wegrennen. Terwijl ik hem met mijn knie een optater in zijn maag gaf wist ik mijn mobiel terug te grijpen en liep zo rustig mogelijk door. Mijn overvaller was te beduusd om mij achterna te komen. Geen mens in mijn omgeving besteedde enige aandacht aan de gebeurtenis. Wegwezen besloot ik en ging zo snel als mogelijk terug naar mijn auto waarin ik mij veilig waande. Toch nog een klein kwartier waarbij mijn hart nog behoorlijk na bonsde. Mijn parkeerwacht was bezig met het poetsen van een auto verderop en riep dat hij eraan kwam. Hij had zin in nog meer fooi. Terwijl ik in mijn auto stapte en al met een bil op mijn ligstoel zat verscheen er plots een hand voor mij die een greep deed naar het middenconsool. Waar echter niets meer lag omdat ik alles keurig onder de achterklep had gestopt. Toen greep hij mijn schouder vast, mijn rechterbeen was nog buiten de auto en daarmee heb ik hem vrij pijnlijk, hoop ik, in zijn kruis getrapt. Hij ging er nu als een speer vandoor, niet zozeer door mij maar door de parkeerwacht die als een razende tekeer ging. Twee keer binnen een halfuur overvallen worden riekt naar een recordpoging die ik verder maar gelaten heb. Had echt geen zin meer in meer sightseeing en reed linea recta naar de airport. En daar zat ik dan om twee uur in de middag. Gelukkig is mijn vlucht al om half twaalf, vanavond. Ik had een biertje nodig. Maar hier in de KLM lounge heb je keuze uit 24 soorten wijn, zelftap! Dat is dan ook weer Zuid Afrika. En dat hart is inmiddels tot rust gekomen.

‘Lekkere vlieg’ werd er hier net gewenst, die houd ik erin tot de volgende reis.