Wat Ey Sey

Wat Ey Sey

Wat Ey Sey was de naam van de Pagoda. The Hidden Pagoda. Klein stukje in plaatselijke gids. Beetje verborgen. Daar moest ik naar toe. Las nog een andere beschrijving, totaal verschillend. Intrigerend vooral waar te vinden. Koos natuurlijk de verkeerde routebeschrijving. Ach, uurtje lopen, klein klimmetje, mooi landschap, klonk allemaal geweldig. Allemaal gelogen. De schrijver was er nooit geweest en gaf ook nog een foutieve routebeschrijving. Dus nam ik na slechts één kilometer rechts een stijlrecht pad omhoog tussen de bananenbomen. Bloedheet en maar omhoog. 150 meter zei mijn hoogtemeter. Na half uur, stop, geen pad meer, nog veel te lang geprobeerd door de dichte jungle verder te gaan, glijpartijen en veel striemen, bloedende benen en armen, dus maar terug gegleden. Gevraagd en ja, gewoon rechtdoor was het devies. Drie uur klimmen en klimmen en klimmen. Hallucinaties van koud bier en heldere beekjes met douchewatervallen. 40 graden in de schaduw die er niet was. Geen hoedje natuurlijk, één flesje water, maar een ontzettend lieve mevrouw die ergens halverwege haar theewater in mijn flesje deed. Op hoop van zegen was het lang genoeg gekookt  ofschoon ik zoveel eruit zweette dat die bacteriën er direct weer uit waren. Het was rete zwaar. Maar ik moest door vond ik zelf. Geen half werk. Wat mijn gidsje omschreef als het laatste stuk ”This first part is streep but the second takes you through a picturesque landscape of hills and valleys, butterfly's and tranquility” was in werkelijkheid vrijwel alleen stijlrecht omhoog, bijna klauteren.


Eindelijk, Wat Ey Sey was bloedmooi maar oneindig veel mooier was die lieve familie die mij water gaf, eten gaf en de bezorgde moeder die mijn gezicht en haren wast en mijn benen schoonmaakt onder een frisse straal water uit hun eigen beperkte voorraad. Dochters en zonen die mij rondleiden en een heel verlegen meisje dat gefascineerd bleef kijken naar die grijze man die helemaal naar hen toe gelopen was. Onvergetelijk. Het was afzien maar een mooie dag. En er zouden hier ook enorm veel beschermde diersoorten leven zoals de leopard, de Indiase olifant, Aziatische zwarte beer, Malayan sun beer, pileated gibbon, pig-tailed macaque, slow loris en de pangolin, wat dat ook wezen mag. Maar ik kan jullie geruststellen, want je kunt dit lezen en ja ik heb een heel klein slangetje, drie mussen en grote spinnen gezien, maar groot wild had ik waarschijnlijk niet eens opgemerkt met het waas van vermoeidheid voor mijn ogen. Avontuur begint altijd klein. En nu zit ik in de schaduw op een grote steen, die er gelukkig genoeg liggen en ik was blij. Ik ben niet van het rusten onderweg maar nu ben ik er erg aan toe, zelfs tijdens de afdaling.