The road to Vinales

The road to Vinales

Je op de weg begeven op Cuba is een gigantische puzzel. Er staat, buiten wat aanduidingen op de Autopista, geen enkele wegwijzer in het hele land. Je bent aan je richtinggevoel overgeleverd. Ik denk dat ze nog steeds bang zijn dat de Amerikanen op een dag zullen binnenvallen en dan de weg naar Havana zullen weten. Altijd beroep ik mij op mijn geweldige richtinggevoel maar vandaag was ik al na 5 minuten hopeloos de weg kwijt. Ik had mij voorgenomen om de kustweg de Malecom, naar het oosten te nemen, makkelijk te vinden vanuit mijn hotel en een mooi begin. Stom genoeg bedacht ik op het laatste moment door het niet al te beste weer dat ik beter direct naar de autopista zou kunnen rijden. Direct is in dit geval schromelijk overdreven. Steeds leek ik de juiste richting te pakken te hebben, maakte die rotweg weer een enorme bocht en had ik de zon weer recht van voren (ik moest naar het westen en de zon komt al jaren op in het oosten). Na ruim een half uur kwam ik dan eindelijk uit op: de Malecom. De weg vragen is ook niet echt een optie. Een paar keer geprobeerd omdat ik met mijn uiterst beperkte Spaans wel denk te kunnen weten hoe derde links, tweede rechts en dan alsmaar rechtdoor klinkt, maar ze geven een hele uiteenzetting wat er allemaal groeit en bloeit onderweg. Kortom, ik kom er niet uit. Toch de Autopista bereikt en de tocht kon full speed beginnen. Weinig of geen verkeer op de brede wegen. Ja, heel veel lifters. Iedereen schijnt te liften hier. Ik heb er ook een paar meegenomen met wisselend succes. Dat wil zeggen de vrouwen gedragen zich keurig (dacht ik die eerste dag nog) en stappen op tijd weer uit maar de mannen willen direct iets verkopen, beter gezegd, want ze hebben niets, geld verdienen. Of zoals de al te vlotte jongen die op weg naar Vinales stond maar naar Pino del Rey moest. Dan zeg je gewoon tegen zo’n domme toerist dat de weg naar Vinales afgesloten is en je beter via Pino del Rey kunt rijden. Het domste is dat die toerist dat vervolgens ook doet. Dacht dat ik ervaren was. Ach het was maar 20 kilometer. Een flink deel van de lifters bestaat uit politieagenten. Toen er eentje heftig met z’n arm begon te bewegen ten teken dat ik moest stoppen dacht ik dat ik een bon opgelopen had. Maar hij bleek mee te willen rijden. Of ik in het vervolg nog aangehouden ben weet ik niet omdat ik bij elke stopteken gevende politieman hard doorgereden ben. Voor in slaap vallen hoef je hier niet bang te zijn. De gaten in de weg houden je wel wakker. Zeker als je er middenin rijdt.

De tocht vandaag was vooral lang. De natuurlijke schoonheid ging voornamelijk verloren door het grijze wolkendek. Vinales had zijn charmes en een hoog Che gehalte. Je komt zijn beeltenis overal enorm veel tegen maar hier lag bovenop alle Che prullaria een dubbele laag Che. En er was welhaast geen muur meer over waar hij niet opstond. Met de enige foto die blijkbaar is goedgekeurd door de bond van Cultuurbeschermers. Che Guevara heeft zich hier dicht in de buurt een tijdje in de bossen schuilgehouden, vandaar.