On the way to Mongolia

 

On the way to Mongolia

Als je op reis gaat naar verre oorden rek je je leven op een bepaalde manier behoorlijk uit, maar tegelijkertijd wordt de wereld er veel kleiner op, dus per saldo schiet je met dat reizen geen meter op. Dat gevoel bekroop mij ook toen ik hier in Seoul op het vliegveld stond. Waarom reis ik? Wat zoek ik duizenden kilometers ver van huis? Is er die wens andere mensen en culturen te leren kennen? Nieuwe horizonnen te ontdekken? Eigenlijk weet ik het niet. Maar andere mensen leren kennen is wel een heel leuke bijkomstigheid van al dat reizen. En dat ontmoeten gaat vanzelf. Mijn vlucht vanuit Mumbai voltrok zich tijdens bedtijd (03.30 uur) maar ik heb ondanks de comfortabele ligstoelen geen oog dichtgedaan. Dat kwam door Ludmilla. Ludmilla zat naast mij en komt uit een stad in Siberië, Wladiwostok, niet eens zo ver van Seoul, maar ze werkt als ‘luxe’ dame in Mumbai. Ze was mooi hoogblond en had, heel speciaal, zeer zwarte wenkbrauwen. De term ‘luxury lady’ was van haar, maar ik wist direct wat ze bedoelde. Ze deed er ook niet moeilijk over. In Mumbay (Bombay) heet ze Svetlana. ‘Dan weten ze meteen dat ik uit Roesland kom,’ zei ze. Ze leek eigenlijk heel erg veel op Madonna, maar dan nog minder maagd. Ze werkte in een paar hotels waarvan alleen de Taj mij bekend voorkwam. Ze ging nu, hoe voorspelbaar, even naar haar moeder in Rusland. Ze moest om de drie maanden naar huis of naar een tropisch eiland, bij voorkeur de Malediven en dan betaald door een ‘customer’, omdat haar visum dan vernieuwd moest worden. Op een gegeven moment vroeg ik haar wat haar prijs was voor een klant. Ze schrok een beetje en zei: ‘Maar dit is een vliegtuig!’ Zo bedoelde ik het niet en ze noemde haar tarieven. Het minimum was honderd dollar, maar meestal waren ze erg rijk en dan vroeg ze veel meer. Bovendien kreeg ze veel cadeautjes. Vooral van de mannen die wilden wandelen. ‘Showing off’ met haar, zoals ze het noemde. Dan liep ze altijd naar luxe winkels. En die kerels waren heel trots op hun verovering. Ze liet mij tientallen foto’s van ‘Indian business men’ zien op haar telefoontje. Ze hadden allemaal een wit overhemd en een zwarte broek aan en meestal ook een zwart jasje. Ik dacht nog wel heel gemeen dat ze er zo geen een zou kunnen afpersen met die foto’s. Er zat geen verschil in. Ze moest bijna bij iedere foto heel hard lachen. Dat werkte aanstekelijk. Maar niet bij de stewardessen. Die vonden dat de andere passagiers recht hadden op een beetje nachtrust. Uiteindelijk heb ik nog een uurtje kunnen pitten. Svetlana bleef in de weer met het inpakken van vele presentjes in fel gekleurd pakpapier. Wat zullen ze in Wladiwostok blij zijn dat Svetmilla weer terug is.