Lac No Rose

Lac No Rose

Langzaam trok ik weer terug naar de hoofdstad. Maar niet voordat ik eerst HET must see natuurverschijnsel van Senegal aanschouwd had. Het Lac Rose. Op de foto’s zag het er indrukwekkend uit, een diep roze meer omgeven door wit zand. Bij het begin van de gravelroad die om het meer loopt stond een zelfbenoemd ontvangstcomité. The Welcome Commity werd om mijn hele auto geroepen terwijl aan alle kanten aan mijn portieren werd getrokken om eenmaal binnen een weekgeld aan gidsen fee binnen te harken. Jammer voor hen zaten de portieren op autolock en wist ik waar het gaspedaal zat. Om pardoes de volgende fuik binnen te rijden. De mini-Sahara. Een tocht per kameel stond vandaag al helemaal niet op het programma, trouwens de Sahara was ver weg, het leek meer op de Drunense Duinen.

 

Maar even later zat ik aan een heerlijke kop koffie bij de Danobe Bar, een lekker rustig plekje aan het meer. Maar zelfs met een roze bril op was die kleur met de beste wil van de wereld daar in dat meer niet te ontdekken. ik leerde dat het het verkeerde moment van de dag was. Het meer is drie meter diep, waarvan anderhalve meter uit zout bestaat en anderhalve meter uit water. Het water komt ondergronds vanuit de oceaan onder de duinen door zodat het gezuiverd wordt. Door het zout en de algen kleurt het roze. Een groot deel van het zout komt in de winter bij ons op de weg terecht. Het is een heel democratisch meer hier. Iedereen mag hier vrij komen zoutscheppen. Het zout wordt gewoon uit het meer geschept en in hoopjes op het strand opgestapeld. Ieder heeft zijn eigen zoutberg met daarop een bordje met zijn naam. Ik was er graag gaan kijken maar het was mij te heet. De Lac Rose heeft is bekend door het feit dat de Rally Parijs-Dakar hier eindigde. Ik imiteerde een beetje die rally-rijstijl om tussen het welkoms comité door te slalommen op de weg terug. In Ngor vond ik een aangename Bed & Breakfast.