The Namib desert

The Namib desert

Sinds ik in het begin van de jaren zeventig voor het eerst kennismaakte met de grote woestijnen in de Verenigde Staten heb ik wel zo'n beetje al de grote woestijnen van deze aarde bezocht. Maar nog nooit zo intensief, grondig, als hier in Namibië. Iedere keer zie en voel ik waarom woestijnen mij zo aanspreken. Het is die leegte overvol met indrukken die mij boeit en meesleept. Mijn fantasie slaat op hol en de behoefte om het vast te leggen komt meteen in mij op. Waarom ik niet in een van die machtige woestijnen ga leven is mij een raadsel. Als er een land is wat niet op een woestijn lijkt is het Nederland wel. Al zijn we hard op weg om er een beton versie van te maken.

 

Vanochtend rond vijf uur ben ik gaan wandelen in deze Namib woestijn. De zon komt op om ongeveer half zeven dus het was nog aarde donker. De wereld hier werd flauw verlicht door een sikkelmaantje. Als ik naar boven keek wist ik waarvoor ik zo graag leef en waarom het leven zo nietig is. We zijn zo weinig in het grote geheel en krijgen zoveel. Als je met ogen die zien geboren bent ben je bevoorrecht en dat gevoel is hier in deze immense leegte, met zoveel te zien, het grootst. Het was donker, maar als je ogen eenmaal gewend waren is het bijna dag. Ik zag de silhouetten van de springbokken staan in het lage gras. Normaal rennen ze weg maar nu bleven ze allemaal, het waren er tientallen, naar mij kijken. Ik kon hun ogen niet zien maar alle koppen waren naar mij gedraaid. Ze dachten zeker dat ze hiervoor niet bang hoefden te zijn. Het had geen vier wielen, maakte geen geluid, hield geen raar zwart ding met een lange toeter voor zijn ogen en het moest tenminste een idioot zijn die hier zo vroeg liep te zwalken. Zelfs de grote Orix bleef staan op nog geen tien meter afstand. Pas toen ik weer een stap durfde zetten (was enorm geschrokken van het grote beest ineens zo dicht bij) snoof hij een paar keer en ging in galop aan de haal. Dat geluid vergeet ik nooit meer.

 

In het oosten ontstond al langzaam een wit/rode rand van licht boven de contouren van de bergketens. Jammer dat het zo snel gaat dat licht worden. Voor mij in het westen zag ik een dikke witte deken van mist komen aanrollen vanaf de Atlantische Oceaan over meer dan zestig kilometer aan duinen. Een ijzig koude wind ging er aan vooraf. Tijd om om te keren en dit fenomenale natuurverschijnsel vanachter de ruiten van de Lodge verder te bekijken. Toen ik bij de Lodge aangekomen was en omkeek was de mist verdwenen en zag ik alleen heel in de verte boven de duinen een helblauwe baan licht van die mist met daarboven een rode baan die het zonlicht weerkaatste. Bijna een horizontale regenboog. Ze hoeven mij hiervoor niet wakker te maken. Ik blijf er graag voor op.